2 | Leer deelsommen uit het hoofd te maken

Bij deelsommen die je uit het hoofd moet maken, dus ook zonder kladpapier, kun je bijna altijd de “teller en de noemer” door eenzelfde getal delen of met eenzelfde getal vermenigvuldigen.
Als je dit uit je hoofd kunt, wordt de som vaak heel eenvoudig.

3 | Leer vermenigvuldigingen uit het hoofd te maken (deel 1)

Bij vermenigvuldigen van twee getallen kun je het ene getal bijvoorbeeld delen door vier en het andere getal vermenigvuldigen met vier. In feite vermenigvuldig je dan alles met 1 want 4:4=1.
Daarna kun je de som soms uit je hoofd uitrekenen.

Die 4 kun je natuurlijk ook vervangen door een willekeurig ander getal.

4 | Leer vermenigvuldigingen uit het hoofd te maken (deel 2)

Bij vermenigvuldigen van sommige getallen kun je één getal afronden op 100 of op 20 enz. en daarna nog een correctie toepassen op het antwoord.
Denk bijvoorbeeld aan 101×34 of 19×17

5 | Leer vragen over procenten en verhoudingen het hoofd te maken

Vragen over verhoudingen en procenten komen meestal ook voor bij de 15 vragen over hoofdrekenen. 

6 | Extra oefenstof voor het hoofdrekenen; herhaling

Hoofdrekenen is lastig. Daarom hier nog een extra werkblad met alle typen vragen door elkaar.